In dit weelderige voorjaar moet ik vaak denken aan het
prachtige gedicht van Ida Gerhardt, dat al jaren aan de muur hangt op een oud kalenderblad
met een afbeelding van een schilderij van Jan Voerman:
Herkenning
't Wordt voorjaar
langs de IJssel bij Veecaten.
Wolken en licht, in wisselende staten,
scheppen een Voerman: een opalen zwerk
dat hemels is en Hollands bovenmate.
Wolken en licht, in wisselende staten,
scheppen een Voerman: een opalen zwerk
dat hemels is en Hollands bovenmate.
Het is bijzonder dat dit gedicht ‘Herkenning’ heet en niet ‘Voorjaar’.
Het gaat om de herkenning van de sfeer, de breking van het licht, het
openbreken van de lente. Je herkent de lucht, de wolken, wit en grijs en dicht, en de ijle sluier wit die
voor het blauw hangt. Hollandse luchten, die door IJsselschilder Jan Voerman vaak
zo dramatisch en toch verstild zijn weergegeven.
Dichteres Ida Gerhardt heeft in haar werk het
IJssellandschap en het ‘Hollandse licht’ veelvuldig bezongen. Het mooiste woord dat ze in dit
gedicht gebruikt voor de lucht is ‘opaal’. Een opalen zwerk, een melkachtig witte
hemel. Melkachtig, dus niet kalkachtig, maar wit met een diepte van blauw.
Opaal is een edelsteen die allerlei kleuren kan vertonen,
afhankelijk van de breking van het licht. Als klank, met die O, P en A achter
elkaar, springt het woord open en dijt het langzaam uit in de L. Gerhardt koestert
het woord en plaatst het heel zorgvuldig in dit gedicht.
In een ander gedicht beschrijft ze hoe een woord ‘te
vondeling’ wordt gelegd bij haar en hoe zij er dan voor moet zorgen:
Biografisch I
De taal slaapt in een
syllabe
en zoekt moedergrond om te aarden.
en zoekt moedergrond om te aarden.
Vijf jaren oud is
genoeg.
Toen mijn vader, die ik het vroeg,
Toen mijn vader, die ik het vroeg,
mij zeide: 'dat is een
grondel',
- en ik zàg hem, zwart in de sloot -
- en ik zàg hem, zwart in de sloot -
legde hij het woord in
mij te vondeling,
open en bloot.
open en bloot.
Waarvoor ik moest
zorgen,
met mijn leven moest borgen:
met mijn leven moest borgen:
totaan mijn dood.
Een grondel is een zoetwatervisje. Maar de strekking van het
gedicht is dat woorden aan je toevertrouwd kunnen worden en dat je ze
vervolgens moet koesteren en goed tot hun recht moet laten komen. Dat geldt wat
mij betreft voor iedereen, maar alleen een dichteres als Ida Gerhardt kan het
zo fenomenaal benoemen én toepassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten