vrijdag 21 maart 2014

GEKKE HENKIE

In de cursus Symboliek in de Kunst die ik volg kwam onlangs de renaissance aan bod, de wedergeboorte van de klassieke kunst en in mijn ogen de geboorte van het moderne bewustzijn. Het perspectief deed zijn intrede: ik ben hier en het verdwijnpunt is daar. Niet langer ga je op in de middeleeuwse, verticale en “perspectiefloze” ordening, waarin alles tot in de meest absurde en triviale details is vastgelegd (St. Agatha, de heilige die haar afgesneden borsten op een schotel bij zich draagt en daarmee de beschermheilige wordt van de klokkengieters), maar er is een wereldordening waar je tegenover kunt staan, waar je in verder kan, naar de horizon.

Pioniers van dit nieuwe perspectief in de schilderkunst waren de vijftiende-eeuwse Florentijnen Masaccio en Uccello. Hun wellicht wat onbeholpen stijl doet verrassend modern aan. Masaccio’s fresco ‘De Cijnspenning’ (zie hierboven) geldt als een van de schoolvoorbeelden van vroege perspectivistische renaissancekunst. Tijdgenoten van Masaccio waren onder de indruk, maar ook ik vind het een prachtig en eigentijds schilderij. De monumentaliteit van de driedimensionale figuren, de architectuur en het landschap, de ernst van de handeling die contrasteert met de lichte kleuren, en het wenkende perspectief van de lucht achter de bergen hebben nog steeds een intense zeggingskracht.

Het grappige is dat de geometrisch aandoende constructie van het fresco - perspectiefleer was een exacte wetenschap - haaks staat op de naam van de schilder. Masaccio heette voluit Tommaso di Ser Giovanni di Simone. Tommaso werd verkort tot ‘Maso’ en er werd de lichtelijk spottende uitgang ‘-accio’ aangeplakt. Zijn naam betekent zoveel als slordige, of onhandige Maso. Zoiets als gekke Henkie dus. Of in dit geval rommelige Tommie. Maar hoewel het misschien in zijn atelier een grote bende was, waar je je nek brak over schildersattributen, schiep de kunstenaar een transparante, strak geordende wereld.

Een tijdgenoot van Masaccio, die eveneens zijn levenswerk maakte van het leren beheersen van perspectief, was de schilder Paolo Uccello. Ook dat is een bijnaam. Eigenlijk heette hij Paolo di Dono, maar omdat hij zo graag vogels schilderde, werd hij Paul Vogel (= Uccello) genoemd. Uccello is minder beroemd dan Masaccio, maar op mij maakt zijn werk minstens evenveel indruk door de moderniteit ervan. Zijn leven lang heeft Uccello geworsteld met het (vogel)perspectief. Volgens de destijds geldende normen van de esthetiek was hij maar een dilettant, maar zijn werk is overweldigend en zeer modern.

Een van zijn mooiste scheppingen is het bijna surrealistische fresco ‘De Zondvloed’ (zie hierboven). Net als Masaccio beeldt Uccello meerdere episoden van het verhaal tegelijk af, met toch maar één verdwijnpunt. In ‘De Zondvloed’ wordt dit punt geaccentueerd door de enorme wanden van de ark die twee keer wordt afgebeeld, links tijdens de zondvloed en rechts direct na het droogvallen.

Tussen de beide arken, in de storm en het onbarmhartige licht, verkeren mensen in doodsnood (behalve de serene Noach). Er drijven lijken, huisraad, een boom wordt door de bliksem gespleten. Mensen zoeken een veilig heenkomen en op de voorgrond staat een man met een typisch Uccello-attribuut om zijn hals: een zwart/wit-geblokte mazzocchio, een tulband-achtige hoofdtooi die hier in de paniek als een soort reddingsboei om de hals van de man hangt. Huiveringwekkend … en zes eeuwen oud.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten