woensdag 31 juli 2013

VERSCHIL MAKEN

Er is geen uitdrukking die het idee van de instant-maakbaarheid van het leven zo sterk weergeeft als ‘het verschil maken’. Het verschil tussen voor en na, zal dat wel moeten zijn. Of tussen met en zonder. Niet zomaar een verschil, maar het verschil dat alle andere verschillen doet verbleken.

De uitdrukking wordt veel gebruikt in de wereld van personeelswerving en –management. Vaak in combinatie met een persoon of persoonlijk voornaamwoord: ‘Wil jij het verschil maken?’ ‘Medewerkers blijvend motiveren? Laat zien dat ze een verschil maken.’ ‘Eén man kan het verschil maken.’ Verschil maken wordt zo bijna een onderdeel van je carrièreplanning. Wat wil je later worden? Verschilmaker.

Voor mijn taalgevoel kan alleen een handeling een verschil maken. Of eigenlijk verschil uitmaken (zonder lidwoord). Het kan veel verschil uitmaken als je iets vriendelijk vraagt in plaats van sommeert. Voeg een snufje zout toe aan een bord eten en je proeft het verschil; ook de andere smaken zijn prominenter. Eén persoon te veel in de lift kan het verschil zijn tussen een volle of een overbelaste lift. Nu maakt dus één man het verschil. Door zijn gewicht.

Als persoon het verschil ‘maken’ in de zin van vervaardigen, komt mij nogal voorbarig voor. Natuurlijk wil je in je werk (en daarbuiten) er toe doen, jezelf realiseren, je onderscheiden. En achteraf kan blijken dat je bijdrage aan specifieke werkzaamheden een wezenlijk verschillend eindresultaat heeft opgeleverd dan zonder jouw inzet. Je moet dan wel gekwalificeerd zijn om de bijdrage te leveren. Door je kwalificaties verschil je van andere kandidaten voor deze werkzaamheden.

Zomaar in het wilde weg het verschil willen maken heeft iets kinderlijks. Kom op, we gaan een verschil maken, met emmertjes en schepjes! Dat valt nog niet altijd mee. Soms brokkelt het verschil spontaan af of zakt het kledderig in elkaar. Andere verschillen bieden nog even weerstand aan de elementen, maar een etmaal eb en vloed eroverheen en het verschil is niet meer te zien.

Maar ja, wie wil er nou verschil uít-maken? Het klinkt veel gemotiveerder om het verschil te máken. Ik zal dus maar moeten wennen aan deze term, al laat hij me niet onverschillig.

zondag 21 juli 2013

VAKANTIE (kristalla zij geloofd)

In deze komkommertijd trok een klein nieuwsbericht mijn aandacht. De pauselijke nuntius in Maleisië (waar 60 % van de bevolking islamitisch is) is ter verantwoording geroepen door lokale religieuze leiders, omdat hij had voorgesteld om de christelijke God met de naam Allah aan te duiden. De lokale religieuzen zagen hierin een poging om hen sluipenderwijs te bekeren tot het christendom. Huh?? Zou je – als je een achterdochtige inborst hebt – niet eerder het omgekeerde vermoeden? Overigens mag de nuntius misschien maar blij zijn dat zijn voorstel niet wordt doorgevoerd, want er wacht hem dan een ondoenlijke klus om alle hiërarchieën onder het Opperwezen om te dopen, te beginnen bij onze voorspraak Maria.

Misschien is het verstandiger om dubbelnamen in te voeren, zoals in het liedje Ozewiezewoze (wiezewalla kristalla kristoze wiezewoze wiezewieswieswieswies). Ik hoor daar toch duidelijk ‘Christ-Allah’. Maar ook hierin - en in het ‘kristoze’ er direct achteraan - kunnen achterdochtigen weer bewijzen voor een bekeringscomplot vinden. Volgens schrijver Frank Arion is de tekst een vernederlandste versie van een oud Portugees-Creools liedje en zou het in vertaling ongeveer als volgt klinken: ‘Vandaag is het kind gelukkig / Is het kind gered / Gedoopt is het / Dit kind is gelukkig, / Dit kind, kinderen, kinderen.’
Uitkijken dus met Ozewiezewoze.

Of is dat ‘kristalla’ voor mij een mondegreen? Een mondegreen is een heel boeiend fenomeen van het menselijk taalbrein. Wikipedia geeft er de volgende omschrijving van: ‘Een mondegreen is het verschijnsel dat een verkeerd verstaan gedeelte van een tekst (bijvoorbeeld van een liedje of gedicht) door de hersenen automatisch aangepast wordt tot een voor het verstand kloppend geheel.’
Zo heb ik altijd het opgewekte liedje van Michel Fugain Ring et ding (op zijn Frans uitgesproken als rèngedèng) ge-mondegreeneerd tot ramadan (op zijn Engels uitgesproken als rèmedèn).

Ach, Michel Fugain met de prachtige evergreen Une belle histoire over een vakantieliefde in Frankrijk (‘Ils se sont trouvés au bord du chemin / Sur l’autoroute des vacanses / C’était sans doute un jour de chance’). De klaprozenakker (= champ de coquelicots) in het bovenstaande beeld komt uit de Youtube-clip van dit liedje.

Alweer: vakantie!

donderdag 11 juli 2013

TOURVLAAMS



De Tour de France is voor mij vakantie. Allereerst vanwege de prachtige landschappen waar de karavaan doorheen trekt en die de Franse televisie met Zonnekoning-grandeur in beeld brengt. Regelmatig zwenkt de camera-helikopter weg van het peloton om majestueus rond een kasteel te cirkelen. Of rond een bergtop, een riviermonding, een kathedraal. Onderin beeld verschijnt de naam van het chateau of het gebergte, zodat de kijker dit kan noteren als eerstvolgende vakantiebestemming.

Maar de charme van de Tour wordt voor een groot deel ook bepaald door het elegante commentaar van de Belgische Sporza-journalist Michel Wuyts. In bloemrijk, maar vederlicht Vlaams begeleidt hij de coureurs naar de finish, daarbij gesecondeerd door ex-wielrenner José De Cauwer. De heren bezigen een zeer doeltreffend jargon: er zijn per ploeg ‘kopmannen’ en ‘knechten’. Renners kunnen ‘van voren zitten’, of ‘van achteren’ natuurlijk. Het spandoek dat de laatste kilometers naar ‘de meet’ (= de finish) aangeeft, wordt steevast ‘de vod’ genoemd.

Een sterke renner is ‘ne krachtmens’ die ‘met enkele lendenrukken’ er ‘een flinke snok’ aan kan geven. Ook kunnen renners er ‘een patat op geven’. Wuyts en De Cauwer bedienen zich daarnaast van sappige Vlaamse uitdrukkingen, zoals ‘van God en klein Pierke (= van Jan en alleman) wegrijden’. Of iemand ‘de levieten lezen’ (= de les lezen). ‘Vijgen na Pasen’ is mosterd na de maaltijd. De dingen zijn zoals ze zijn. Voormalig Tourwinnaar Contador had moeite met de hellingen in de Pyreneeën en moest ‘zijn zadel in zijn poep (= tussen zijn billen) steken’ om vooruit te komen. 

Het commentaar is zeer plastisch allemaal, maar bij Wuyts nooit plat. Het is licht en getuigt van een grote liefde voor de sport. Af en toe doorspekt hij zijn commentaar met elegant Frans. Renners die staand op de pedalen een helling beklimmen gaan ‘en danseuse’ de berg op. Het mooiste staaltje vakmanschap heeft Wuyts laten zien toen hij als gast in een televisieshow voor de vuist weg commentaar moest geven bij een willekeurige compilatie van wielerfragmenten. De redactie had er als verrassing een beeld in gemonteerd van een fietsende hond. Zonder blikken of blozen voegde Michel Wuyts in zijn betoog in: “En dit, dames en heren, is een pédaleuse de charme…”

Dit smakelijke Vlaams parelt de huiskamer in met de beelden van een warm en zonnig Frankrijk. Naar het Zuiden gaan we, op vakantie!


maandag 1 juli 2013

SPAGAAT

Sommige uitdrukkingen stuiten mij tegen de borst. De veelgehoorde uitdrukking ‘in een spagaat verkeren/zitten/liggen’ is er daar een van. Niet alleen vanwege het spuuglelijke woord, met zijn ‘sp-ch-tt!’ en die gapende aa’s ertussenin, maar ook vanwege de wezenloze beeldspraak die ermee wordt beoogd.

De enig werkelijke betekenis is die van het kunststukje dat net (niet) geslachtsrijpe turnmeisjes kunnen uithalen met één been voor, één been achter, ruggetje hol, hoofd achterover en armpjes als een lotusbloempje boven het hoofd. En dan is er natuurlijk filmster Jean-Claude Van Damme die wijdbeens het publiek trakteert op zijn edele vechtkunst. Allebei toch lichtelijk gênante vertoningen.

De afgelopen weken kwam ik de uitdrukking bijna wekelijks in de krant tegen. Het natte gras van Wimbledon deed tennissers wegglijden ‘in een spagaat of andere vervelende houding.Oké, dat kan ik nog voor me zien. Of de krant repte van de ‘Turkse spagaat tussen het Westen en het Oosten’. Dat deed me denken aan de buitengewoon geestige (Franse) calorieëntabel die ik eens zag, waarop was aangegeven wat verschillende seksuele activiteiten aan calorieën kostten. Het hoogst scoorde het standje ‘Le Lustre Italien’ (De Italiaanse Kroonluchter) met 912 calorieën. De Turkse Spagaat komt daar aardig bij in de buurt, zou ik denken.

Verder kwam ik het begrip opvallend vaak tegen in de context van de zorg. Vooral de jeugdzorg verkeert nogal eens in een onmogelijke spagaat. Een boek over ondernemen in wonen, welzijn en zorg heeft als titel ‘Vliegwiel of een blijvende spagaat’. Au. Het boek gaat in op het feit dat instellingen van de overheid ondernemingen moeten worden, waardoor ze zich bevinden ‘in de spagaat van gebonden vrijheid’. Auw!

Zelfs vond ik op internet een organisatie die ‘spagaat’ als geuzennaam gebruikt. Deze ‘'sole proprietorship ondernemening'’ verklaart dat ‘De naam SPAGAAT is gekozen als metafoor om het spanningsveld tussen willen en kunnen te illustreren’. Zij rekent ‘organisaties welke ondersteuning verlenen aan mensen met een verstandelijke en / of lichamelijke beperking, de ouderenzorg, psychiatrie als ook organisaties welke zich richten op maatschappelijke ondersteuning’ tot haar klantenkring.

Ik weet het, dit zijn de kringen van de ‘handvatten’, de ‘bemoeizorg’ en de ‘heen-en-weer-schriftjes’, maar neem s.v.p. wat meer terughoudendheid in acht bij het etaleren van de spanningen in het werk en kies daar decente metaforen voor.