zaterdag 21 februari 2015

DAG GOOGLE

Afgelopen dinsdag was schrijver en komiek Ronald Snijders tafelheer bij ‘De wereld draait door’. Hij droeg een “gedicht” voor dat uit zeer kernachtige regels bestond die een raadselachtig verband met elkaar hadden. Het bleken de krantenkoppen te zijn van De Telegraaf die Snijders onder elkaar had gezet. Flauwe humor en een flauw gedicht.

Het leukst was de naam die hij voor dit genre had bedacht: kopdicht. Genootschap Onze Taal plaatste een oproep op facebook om ook een gedicht te maken ‘met de koppen van vandaag’. Dat leverde al even zouteloze rijtjes op. Krantenkoppen zijn, als het goed is, leesprikkels; ze sporen je aan het artikel te lezen. Maar het is geen poëzie.

Bij alle facebookkopdichten zat één reactie die mij aanzette tot verder lezen. Die reactie was van een dame die zei dat kopdichten een leuke variant waren van Google Poëzie. De link in haar bericht voerde mij naar een facebookpagina met googlegedichten. Het principe is eenvoudig: je typt een of meerdere woorden in in het zoekvenster van Google en de resultaten die je krijgt vormen soms een wonderlijke reeks zinnen die lijken op experimentele poëzie.

Eén van de leukste vond ik het gedicht ‘ik zag de’ dat hierboven staat. Grappig als een kleinkunstliedje. Zelf ben ik ook aan de slag gegaan. Bij ‘wil ik’ verscheen iets wat een soort happy end in zich heeft:
wil ik ook
wil ik scheiden
wil ik mijn ex terug test
wil ik hebben

De zoekopdracht ‘nooit mo’ leverde het volgende op:
nooit moeder worden
nooit moe
nooit moe zijn
nooit moe boezinge

Dat deed me onherroepelijk denken aan de speelse, Dadaïstische poëzie van Paul van Ostaijen. Zijn aanstekelijke gedichten zijn buitengewoon muzikaal en roepen een wereld aan beelden op. Als hommage aan Van Ostaijen googelde ik:
ik vis
ik vis sok
ik vispas als ik de vispas heb
ik vis maan roos


Maar de grootmeester zelf laat ieder at-random googlepoëem ver achter zich met zijn hartveroverende, levenslustige gedicht  ‘Marc groet ’s morgens de dingen’:
Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
                                                   ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
                  en
dag visserke-vis met de pet
            pet en pijp
      van het visserke-vis
            goeiendag
Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn
                                                                                                                                                                               


woensdag 11 februari 2015

YOU PIMPEL MY DAY

De pimpelmees biedt zich aan als onderwerp van deze blog. Ze verkennen paarsgewijs de nieuw opgehangen nestkast op mijn balkon. Het is niet eens een pimpelmezenkast, het is een mussenflat: drie-onder-één-kap, maar ze hebben duidelijk een optie genomen op deze woning. Grote neef de koolmees, die ook belangstelling toont, wordt resoluut verjaagd.

Pimpelmezen zijn prachtige, beweeglijke vogeltjes. Een mooi getekend kopje met een zwarte oogstreep over het pientere kraaloogje en een kek ringbaardje onder de ‘bolle’ wang langs. Hemelsblauw petje. Ook zijn vleugels en staart zijn hemelsblauw en vormen een mooi contrast met de zonnig gele borst en buik. Daarom heet hij natuurlijk cyanistes caeruleus, het blauwtje van de hemel.

In de Franse naam klinkt ook iets hemels door: la mésange bleue. Dat klinkt als ‘blauw half-engeltje’. Er is ook geen vogeltje dat de hemelse uitgelatenheid zo personifieert als de pimpelmees. Hij is de meest acrobatische van de tuinvogels, hangt met het grootste gemak ondersteboven aan takjes of voedernetjes en laat een mooi zilverig mezenliedje horen. Dit vogeltje pimps my day, for sure.

Waar toch die naam ‘pimpel’ vandaan komt? Het woord komt alleen maar voor in samenstellingen met mees en paars. Een pimpel is een klein likeurglaasje, en in Leiden en omstreken ook een puntmutsje. Als een pimpelmees opgewonden is – en dat zijn ze vaak en kortstondig - zet hij zijn blauwe kuif op tot een hemelsblauw puntmutsje.

En uiteraard is pimpelen een koosnaam voor drinken. Het gaat dan niet over de consumptie van vaasjes bier of bellen wijn, maar van (vele) kleine glaasjes likeur of jenever. De opgewekte mees op het uithangbord van het Amsterdamse café De Pimpel Mees heeft dan ook een jeneverglaasje in zijn vlerkje. Met zijn andere vlerk ontspannen in zijn zij ziet het er naar uit dat het niet bij één glaasje zal blijven.


‘Pimpel’ heeft de dynamiek van een kleine, snelle beweging. Hup, een graanjenevertje achterover. Hup, een graantje weggepikt uit de voedersilo. Floep, het vogelhuisje in. Waarschijnlijk is pimpelpaars een soort paars die voor je ogen danst. 

Een pimpelmees is niet alleen een lust voor het oog, hij is ook een estheetje. Hij bouwt een comfortabel nest met een dikke matras van mos. Dat nest stoffeert hij met zacht materiaal als mensen- of dierenhaar. Ooit trof ik in een verlaten nest de fluorescerend gele pluis van een tennisbal als stoffering aan. Een gepimpt nest, waar het hemelsblauwe engeltje prachtig bij zal hebben afgestoken.