Op de eerste dag van de astronomische lente presenteerde de
KNVB het actieplan ‘Tegen geweld, voor sportiviteit. Een voetbalbreed actieplan
ter bevordering van respect op en rond de voetbalvelden.’ In de inleiding beschrijft de bond zichzelf als ‘krachtig, maar ook kwetsbaar tegelijk’. De bond stelt zich
voor respect te bevorderen op tweeërlei wijze: repressief, waarbij ‘degenen die
buiten de oevers treden’ door de ‘tuchtorganen’ van de KNVB zullen worden
gestraft, en preventief, waarbij de KNVB ondersteuning biedt aan ‘mensen, net als
wij, die het zat zijn dat anderen voetbal in een negatief daglicht stellen.’
Het plan werd gepresenteerd als reactie op het dodelijke geweld tegen grensrechter Nieuwenhuizen. Rond die zaak werd door veel commentatoren ook al opgemerkt dat ‘geweld op en rond de voetbalvelden’ een maatschappelijk probleem is. Ach, het arme voetbal. Slachtoffer van de verruwing van de maatschappij. Dus haalt de KNVB de stoplap ‘respect’ van stal, een woord dat meestal gebruikt wordt door degenen die vinden dat zij er recht op hebben.
Voor mijn taalgevoel is respect een milde vorm van ontzag. Je hebt respect voor een bepaalde verrichting of persoon. Ik heb bijvoorbeeld respect voor de zevenhonderd vrijwilligers van de Beach Clean-up actie die vorig weekend bij een gevoelstemperatuur van min vijftien de Nederlandse stranden kuisten van plastic afval. In de allermildste vorm heb je respect voor een ander zonder dat hij een respectabele daad heeft verricht. Gewoon omdat hij een mens is, net als jij. Dat respect toon je met hoffelijkheid.
Mijn vader droeg, als het koud was, een hoed. Geen flamboyante Borsalino, zoals minister Plasterk, maar meer een Justin Timberlake-model. Als mijn vader op straat iemand groette, dan lichtte hij zijn hoed. In een soepel gebaar legde hij zijn wijsvinger in de gleuf van de hoed, kneep duim, wijsvinger en middelvinger samen en “rspÈct” tilde even zijn hoed op tot schuin boven zijn kalende schedel.
Dit is volgens mij wat de KNVB zou moeten bevorderen: hoffelijkheid. Maar kom daar maar eens om in het voetbal (waarom heeft die sport toch steevast een lidwoord?), de sport van de hyperbolen, waar een hattrick juist het tegenovergestelde is van een gebaar van bescheiden wellevendheid. En zolang de KNVB zich blijft bedienen van gezwollen wij/zij-retoriek, die voetbalbreed in de maatschappij nogal wat navolging vindt, zal respect het onderspit delven. In het stof bijten. Smadelijk afgaan. Vernederd worden. Kortom, de verliezer zijn.
Het plan werd gepresenteerd als reactie op het dodelijke geweld tegen grensrechter Nieuwenhuizen. Rond die zaak werd door veel commentatoren ook al opgemerkt dat ‘geweld op en rond de voetbalvelden’ een maatschappelijk probleem is. Ach, het arme voetbal. Slachtoffer van de verruwing van de maatschappij. Dus haalt de KNVB de stoplap ‘respect’ van stal, een woord dat meestal gebruikt wordt door degenen die vinden dat zij er recht op hebben.
Voor mijn taalgevoel is respect een milde vorm van ontzag. Je hebt respect voor een bepaalde verrichting of persoon. Ik heb bijvoorbeeld respect voor de zevenhonderd vrijwilligers van de Beach Clean-up actie die vorig weekend bij een gevoelstemperatuur van min vijftien de Nederlandse stranden kuisten van plastic afval. In de allermildste vorm heb je respect voor een ander zonder dat hij een respectabele daad heeft verricht. Gewoon omdat hij een mens is, net als jij. Dat respect toon je met hoffelijkheid.
Mijn vader droeg, als het koud was, een hoed. Geen flamboyante Borsalino, zoals minister Plasterk, maar meer een Justin Timberlake-model. Als mijn vader op straat iemand groette, dan lichtte hij zijn hoed. In een soepel gebaar legde hij zijn wijsvinger in de gleuf van de hoed, kneep duim, wijsvinger en middelvinger samen en “rspÈct” tilde even zijn hoed op tot schuin boven zijn kalende schedel.
Dit is volgens mij wat de KNVB zou moeten bevorderen: hoffelijkheid. Maar kom daar maar eens om in het voetbal (waarom heeft die sport toch steevast een lidwoord?), de sport van de hyperbolen, waar een hattrick juist het tegenovergestelde is van een gebaar van bescheiden wellevendheid. En zolang de KNVB zich blijft bedienen van gezwollen wij/zij-retoriek, die voetbalbreed in de maatschappij nogal wat navolging vindt, zal respect het onderspit delven. In het stof bijten. Smadelijk afgaan. Vernederd worden. Kortom, de verliezer zijn.