zondag 31 maart 2013

RESPECT


Op de eerste dag van de astronomische lente presenteerde de KNVB het actieplan ‘Tegen geweld, voor sportiviteit. Een voetbalbreed actieplan ter bevordering van respect op en rond de voetbalvelden.’ In de inleiding beschrijft de bond zichzelf als ‘krachtig, maar ook kwetsbaar tegelijk’. De bond stelt zich voor respect te bevorderen op tweeërlei wijze: repressief, waarbij ‘degenen die buiten de oevers treden’ door de ‘tuchtorganen’ van de KNVB zullen worden gestraft, en preventief, waarbij de KNVB ondersteuning biedt aan ‘mensen, net als wij, die het zat zijn dat anderen voetbal in een negatief daglicht stellen.’

Het plan werd gepresenteerd als reactie op het dodelijke geweld tegen grensrechter Nieuwenhuizen. Rond die zaak werd door veel commentatoren ook al opgemerkt dat ‘geweld op en rond de voetbalvelden’ een maatschappelijk probleem is. Ach, het arme voetbal. Slachtoffer van de verruwing van de maatschappij. Dus haalt de KNVB de stoplap ‘respect’ van stal, een woord dat meestal gebruikt wordt door degenen die vinden dat zij er recht op hebben.

Voor mijn taalgevoel is respect een milde vorm van ontzag. Je hebt respect voor een bepaalde verrichting of persoon. Ik heb bijvoorbeeld respect voor de zevenhonderd vrijwilligers van de Beach Clean-up actie die vorig weekend bij een gevoelstemperatuur van min vijftien de Nederlandse stranden kuisten van plastic afval. In de allermildste vorm heb je respect voor een ander zonder dat hij een respectabele daad heeft verricht. Gewoon omdat hij een mens is, net als jij. Dat respect toon je met hoffelijkheid.

Mijn vader droeg, als het koud was, een hoed. Geen flamboyante Borsalino, zoals minister Plasterk, maar meer een Justin Timberlake-model. Als mijn vader op straat iemand groette, dan lichtte hij zijn hoed. In een soepel gebaar legde hij zijn wijsvinger in de gleuf van de hoed, kneep duim, wijsvinger en middelvinger samen en “rspÈct” tilde even zijn hoed op tot schuin boven zijn kalende schedel.

Dit is volgens mij wat de KNVB zou moeten bevorderen: hoffelijkheid. Maar kom daar maar eens om in het voetbal (waarom heeft die sport toch steevast een lidwoord?), de sport van de hyperbolen, waar een hattrick juist het tegenovergestelde is van een gebaar van bescheiden wellevendheid. En zolang de KNVB zich blijft bedienen van gezwollen wij/zij-retoriek, die voetbalbreed in de maatschappij nogal wat navolging vindt, zal respect het onderspit delven. In het stof bijten. Smadelijk afgaan. Vernederd worden. Kortom, de verliezer zijn.


donderdag 21 maart 2013

FAVORIET



RTVNoord hield onlangs de verkiezing van het ‘Schierste Grunneger woord’. Kijkers en luisteraars mochten op de ‘webstee’ van de regionale omroep aangeven welk van de vijf door henzelf genomineerde woorden zij het mooist vonden. Niet helemaal verrassend werd het snoezige woord ‘snoetjeknovveln’ (= knuffelen, kussen) met 47 procent van de stemmen de winnaar. Achhhh…
Mijn favoriet was ‘twijduustern’ (= de schemering). Een eerbiedwaardig en tikje geheimzinnig woord. Het twijduustern. Met een interessante verwijzing naar twilight, de staat tussen licht en duisternis. In klank leidt het woord je naar binnen, van de weidsheid van het Groninger landschap naar de lichtkring van de lamp boven de tafel.

Ook in het Nederlands heb ik een favoriet woord. Mijn keus voor dat woord is louter gebaseerd op de beweging van de klank in het woord. Het is dus losgezongen van zijn betekenis. Eigenlijk zijn het twee woorden die met elkaar een virtuoze turnoefening voor mijn taalgevoel vormen: EXTRATERRITORIALE WATEREN. Ook exterritoriaal wordt wel gebruikt, maar met een extra ‘tra’ verhoog je de moeilijkheidsgraad en het plezier.

De oefening begint vanuit absolute stilstand met een explosieve ‘éx’. Die wordt even gestrekt vastgehouden tot je met een trefzekere ‘tra’ weer terugkomt bij de basis.
Vervolgens een krachtige, samengebalde ‘terri’ (linksom) met meteen daarna een iets ruimere ‘tori’ (rechtsom), gevolgd door een royale ‘ale’.
Dan de gewaagde afsprong met een ademloze ‘waa’.
En als afsluiting de solide landing; een ‘teren’ uit beton. Hij stáát! En de zaal staat op zijn kop. Zoveel beweging binnen twee woorden, dat móet wel Olympisch goud opleveren.

Wat is uw kandidaat voor goud? Een woord met een virtuoze beweging die je doet duizelen? Laat het bewegen hier op mijn blog.


maandag 11 maart 2013

PROBEREN


Facebook-termen als delen, taggen en liken zijn inmiddels gemeengoed, maar ik moest even inburgeren om er het goede gevoel bij te krijgen. Dat het facebook-filmpje over de brutale mishandeling in Oosterhout door honderden mensen werd geliket, wijst op een ruime interpretatie van ‘like’. Maar ook een ogenschijnlijk duidelijk woord als ‘proberen’ blijkt een herinterpretatie nodig te hebben.

Toen ik onlangs een facebook-reactie had ‘geënterd’, verscheen na een paar seconden de boodschap dat het reageren niet was gelukt en de aansporing het opnieuw te proberen. Ik klikte op “opnieuw proberen” met hetzelfde resultaat. “Opnieuw proberen”. Zelfde resultaat. En zo ging dat acht keer door. De vertraging bleek bij mijn provider te zitten, dus toen de stremming was opgeheven werden acht identieke berichten aan geadresseerde bezorgd. Mijn antropomorfe misvatting was dat het medium dat informeert naar mijn welbevinden (“Hoe voel je je, Hans?”) wel zou aanvoelen dat één geslaagde poging voldoende was. En dus niet alle acht probeersels zou opsturen.

De verwarring zit ook in het gebruik van het woord ‘proberen’. Ongetwijfeld een vertaling van ‘try’. Voor mijn taalgevoel heeft ‘proberen’ iets voorlopigs en onbeslists; je staat aan het begin van een weg waarvan het eind ongewis is. Onderweg kun je obstakels tegenkomen, beren en wolven, ontberingen lijden zelfs, waardoor je niet bereikt wat je voor ogen stond. ‘Try’ heeft, zeker in de onbegrensde facebook-wereld, meer de betekenis van ‘opnieuw doen’ of ‘overdoen’ met het succes onder handbereik; alleen een enkele j-klank weerhoudt het “traaj” om te gaan klinken als een triomfantelijk “tadaah!”

Een doelpunt in rugby heet een try. Door de bal gecontroleerd en in één beweging neer te drukken in het gebied achter de palen van de tegenstander (het trygebied) scoort een speler meteen 4 punten. Geen poging dus, maar een keiharde score. Tadaah!

En zeg nou zelf; als Frank Sinatra ‘Let me try again’ zingt, klinkt dat toch al als een triumph?




vrijdag 1 maart 2013

WELKOM


Dagelijks word ik digitaal welkom geheten. Als ik mijn laptop start, verschijnt op mijn scherm “Welkom”. Alsof ik op stap ben gegaan en mijn bestemming heb bereikt. Mijn i-phone daarentegen is een stuk minder beleefd. Die heet mij niet welkom als ik hem aanzet. Maar ja, die reist ook met me mee.

Welkom is een woord dat prettig door je mond golft. Het roept ook een prettig beeld op; in het ‘wel’ zit nog een aarzeling, een beweging die blijft hangen, maar in het ‘kom’ zit iets gedecideerds; je gaat ergens binnen. En daar is iemand die je verwelkomt.
Welkom thuis.
Welkom aan boord.
Welkom in mijn wijk.
Welkom op de website “welkominturkije”.
Je gaat een wereld binnen die volgens een bepaalde logica is gestructureerd. Een bebouwde kom volgens de logica van de gastheer, degene die jou welkom heet. Fijn dat hij blij met je is.

In het Angelsaksische model van het economische verkeer worden bezoekers soms begroet met “Welcome to the world of…”. Welkom naar. De bezoeker heeft er goed aan gedaan hierheen te komen, hij heeft de goede keus gemaakt. Eigenlijk is het dus welkeus. Maar dat klinkt zo raar.

Overigens zeg je van oudsher in het Engels na een bedankje “You are welcome” ; je bent (altijd) welkom, doe gerust weer een beroep op me. Tegenwoordig is de repliek vaak “No problem”. Daarmee wordt hetzelfde bedoeld – het was geen probleem om je van dienst te zijn – maar over de toekomst houdt de dienstverlener zich op de vlakte. Wie weet zouden verzoeken van de zijde van de bedanker dan wel een probleem kunnen zijn.

Ik heet u welkom op mijn blog, lezer. Hier werk ik het gut-feeling uit dat veelvoorkomend taalgebruik bij mij oproept. Uw reacties zijn van harte welkom.