maandag 31 maart 2014

DROEG DROEGA

Het gevoel van taal wordt voor een groot deel bepaald door de klank, is mijn vaste overtuiging. ‘Zee’, ‘moeder’, ‘rups’;  al die klanken drukken een karakteristieke eigenschap uit van wat ze betekenen: uitgestrektheid, omhulling, een grappige beweging.

Onderzoekers van de Linguistic Society of America hebben aangetoond dat klank ook belangrijk is voor het aanleren van woorden bij kinderen. Belangrijker dan de betekenis van een woord. Zij deden hun onderzoek in Dagestan, of all places. De taal die daar wordt gesproken is het Tsez. In die taal worden zelfstandige naamwoorden in een aantal klassen onderverdeeld. Zo zitten alle dieren in klasse drie en de helft van de woorden die met een ‘r’ beginnen in klasse vier. In elke klasse krijgt het bijvoeglijk naamwoord een andere vervoeging. Bijvoorbeeld het woord igoe = goed. Een goede kat is ‘bigoe kétoe’ en goede soep is ‘rigoe tsjorpa’.

De onderzoekers verzonnen een aantal nieuwe woorden in het Tsez en lieten proefpersonen zinnen formuleren waarin ze een bijvoeglijk naamwoord bij het nieuwe woord moesten plaatsen. De proefpersonen wisten wat het woord betekende, maar niet in welke klasse het woord hoorde. Als het nieuwe woord een dier was, was het niet moeilijk: vervoeging volgens klasse drie. Als het met een ‘r’ begon, was het waarschijnlijk een klasse vier-woord. Als het nieuwe woord een dier was en met een ‘r’ begon, kozen volwassenen voor klasse drie. Kinderen daarentegen gingen op de klank af en deelden het woord in in andere categorieën dan ze op grond van de betekenis zouden hebben moeten doen.

Hiermee hebben de onderzoekers aangetoond dat kinderen bij het aanleren van nieuwe woorden meer afgaan op de klank dan op de betekenis van een woord. Lijkt mij heel plausibel. En ik denk dat de klank van een woord ook bij volwassenen nog steeds de ‘betekenis’ bepaalt. Wat is bijvoorbeeld het meest aaibaar; een kat of een poes?

Wat ik opvallend vind aan dit onderzoek is dat de Amerikaanse onderzoekers het zo ver van huis hebben gezocht: Dagestan, ingeklemd tussen de Kaspische Zee aan de ene zijde en ‘kruidvaten’ als Georgië en Tsjetsjenië aan de andere zijde. Het rapport is van half maart, dus ik neem aan dat het onderzoek stamt uit de tijd van voor de Krimcrisis. Ik vraag me af of dit onderzoek nu, met de verhevigde Koude Oorlogretoriek, wel had kunnen plaatsvinden.

En toch, het Russisch heeft zo’n mooi, verzoenend woord voor ‘elkaar’: droeg droega. Klinkt als twee figuren die elkaar omhelzen. Mogen de Russen en de Oekraïners dit heel veel tegen elkaar zeggen. Misschien komen ze er met elkaar dan uit. Droeg Droega.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten