Bij de Onze-Taal-verkiezing van het woord van het jaar 2014
haalde ‘rampvlucht’ een nipte overwinning; met slechts één stem voorsprong werd
het de winnaar. Op de tweede plaats eindigde een oneindig veel interessanter woord:
vergeetverzoek.
Vergeetverzoek; dit prachtige muzikale woord klinkt als een
trein die schokkend stopt. Je zit als het ware nog wat na te schommelen na het
woord. Een vergeetverzoek dien je in bij bijvoorbeeld Google als je wilt dat
jouw gegevens niet meer gevonden kunnen worden door de zoekmachine.
We zijn er al jaren aan gewend, het Angelsaksische gebruik
van ‘vergeten’ in de zin van ergens geen aandacht meer aan besteden, maar het
is toch een beetje raar om personen of instanties te vragen (of op te
dragen) iets of iemand te vergeten. Vergeten is een onbewust proces. Je merkt
pas achteraf dat je het ‘hebt gedaan’. Je bent vergeten uit te checken.
Je kunt iemand dringend verzoeken iets níet te vergeten.
Vergeet niet het licht uit te doen. Vergeet nooit wat je moeder je heeft
geleerd. Vergeet je pincode niet. En in het gras bloeien vergeet-me-nietjes.
In de Angelsaksische consumentencultuur wordt ‘vergeten’ vaak
als opdracht gegeven, als ware het een bewuste handeling. Vergeet je zorgen.
Vergeet die onbeantwoorde liefde. Vergeet wat ik gezegd heb. Forget it. Jawel, graag zelfs. Maar hoe
doe je dat, bewust vergeten?
Het meest debiliserende gebruik van het woord vergeten kom
ik tegen op mijn i-phone als ik een ander wifi-netwerk wil gebruiken. Het
bestaande netwerk moet ik uitschakelen met de opdracht ‘vergeet dit netwerk’.
Wie moet wat vergeten? Spreek ik mijn i-phone toe alsof het een chat- of
tweet-vriendje is? Of wordt mij aangeraden niet meer aan dat nare netwerk te
denken? Wat is er mis met een volwassen formulering als ‘netwerk uitschakelen’?
Het idee dat je bewust iets kunt vergeten kun je vergeten. Niemand kan dat. Tenzij je een Duitse jachthond bent:
Het idee dat je bewust iets kunt vergeten kun je vergeten. Niemand kan dat. Tenzij je een Duitse jachthond bent:
Een jachthond in de buurt van Bonn
las altijd Goethe als hij kon.
‘Zo leert men langzaam’, sprak het beest
las altijd Goethe als hij kon.
‘Zo leert men langzaam’, sprak het beest
‘het vlees bedwingen door de geest.
Maar als ik meemag met de meute
ben ik het allemaal vergoethe.’
(Kees Stip)
Maar als ik meemag met de meute
ben ik het allemaal vergoethe.’
(Kees Stip)
Een onvergetelijk juiste redenering
BeantwoordenVerwijderenIs het een ramp dat wij zo slordig met taal omgaan?
Veel van mijn taalonderwijs ben ik al lang vergeten ...
Toch kan ik dagelijks genieten van nieuwe taalvondsten.
En de meeste nieuwe woorden zijn wij tenslotte al weer snel vergeten.
Vriendelijke groet,
Hallo Rob,
BeantwoordenVerwijderenDank voor je commentaar. Ook ik vind nieuwe taalvondsten vaak erg leuk. Maar ik kan het niet laten om tegen het debiliserende taalgebruik van de digitale wereld te fulmineren.