woensdag 11 december 2013

CENTRIPETALE TAAL

Wat is er toch zo anders aan het Vlaams? Kortgeleden was ik een lang weekend in Leuven en hoewel dat een moderne en levendige universiteitsstad is, werd ik toch continu getrakteerd op de bolvormige, introverte klanken van de gesproken en geschreven taal.

Het begon al met de treinreis; het boemeltje van Mechelen naar Leuven stopte wel een keer of acht op stations met vaak onverharde perronnetjes, met schilderachtige plaatsnamen als Wijgmaal, Hambos, Wespelaar en Muizen. In het Vlaams heb je de prachtig beeldende uitdrukking ‘er vanonder muizen’ voor er stiekem vandoor gaan.

Een nieuw modewoord, mogelijk een invloed van al het ‘schoon volk’ dat aan de Katholieke Universiteit Leuven studeert, was ‘mercikes’; een vlot bedankje uitgesproken door horeca- en winkelpersoneel. Nieuw, maar toch heel Belgisch.

Op menukaarten prijken woorden als stoemp (stamppot), witloofrolletjes met hesp (ham), of pijpajuin (bosuitjes). In eetcafĂ© Het Moorinneken, mijn favoriete pleisterplaats aan de Grote Markt, klonken de geanimeerde gesprekken van de locals rond, huiselijk, centripetaal. ‘Ge vergeet uw klakske (= pet).’ ‘We bollen het af om kwart na zes (= we stoppen om kwart over zes).’ ‘Tot genoegen’ (beleefde afscheidsgroet).

Ook op straat word je omgeven door teksten die, hoewel bedoeld om je consumentengedrag aan te sporen, toch iets introverts hebben. Er reed me een bestelauto voorbij van Droogkuis Sneeuwvlokje, Kwaliteitsvolle Textielreiniging (stomerij Sneeuwvlokje). Een snackbar voor studenten heet ‘t Vorkske. En zelfs de graffiti heeft iets ronds. ‘Gene Zever, Mol De Wever!’ stond er op een muur gekalkt, een oproep om Bart De Wever, de voorman van de populistische Nieuw-Vlaamse Alliantie, uit te schakelen.

Het bijzondere van Vlaams is voor mijn taalgevoel de “richting” van de taal. De taal is veel meer dan Nederlands gericht op een binnenwereld. Een huis, een innerlijk, een achtertuin, een regio. Niet voor niets heet de populairste Vlaamse soap ‘Thuis’. Een aantal jaren geleden zag ik op de plastic tassen van een grote Belgische supermarktketen staan ‘tevreden weer naar huis’. Wel wat anders dan bijvoorbeeld ‘ik ben toch niet gek’.

Die gerichtheid op het innerlijk, dat centripetale, is niet per se behoudend of reactionair. Het is eerder een restant van een mystieke houding; de binnenwereld is een hof die je moet verzorgen, zodat er grote dingen kunnen gebeuren. Die grote dingen in de besloten binnenwereld kunnen gruwelijk ontsporen, zoals bij Dutroux, maar er kan zich ook iets bovenaards openbaren, zoals de Oer-Vlaamse schilder Roger Raveel laat zien. Zijn binnenwereld is een simpele achtertuin waarin in een flits witte open vormen ontstaan. Belgisch Surrealisme.

afbeelding: 'De wandeling', Roger Raveel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten