zaterdag 21 juni 2014

METAVOETBAL

Metaphors we live by’  is een boek dat me werd aangeraden door Henri Raven, argumentatiecoach en leider van de workshop ‘Metaforen. Plaatjes van de taal’. In dit buitengewoon boeiende boek leggen cognitief wetenschappers George Lakoff en Mark Johnson uit dat metaforen niet zomaar literaire of retorische stijlfiguren zijn, maar dat metaforen ons denken én handelen diepgaand beïnvloeden.

Bijvoorbeeld de metafoor ‘tijd is geld’, die maakt dat we met tijd omgaan alsof het geld is. Iets kost tijd. We kunnen tijd besteden, verkwisten, verliezen of winnen, sparen, investeren. We rekenen uurprijzen, telefoonminuten, jaaromzetten. Deze metafoor is zo vanzelfsprekend in de westerse geïndustrialiseerde samenleving, dat je je niet kunt voorstellen dat er ook andere manieren van omgaan met tijd zijn.

Een andere interessante metafoor die Lakoff en Johnson behandelen is Argument is War; Discussie is Oorlog. Dat betekent dat je stellingen betrekt en verdedigt. Er is een tegenstander die je aanvalt. Je gaat strategisch te werk, je komt als winnaar of verliezer uit een discussie. In een cultuur waar discussie als een dans wordt gezien, gelden heel andere beelden en gedragsregels voor het discussiëren.

In deze dagen van overweldigend voetbalnieuws wordt de metaforische betekenis van voetbal me weer eens heel duidelijk. Als het even kan houd ik me ver van het voetbalgebeuren en al helemaal van de journalistieke uitingen ervan, maar nu ontkom ik er niet aan. Meestal wordt de kant-en-klare metafoor van Rinus Michels gebruikt: Voetbal is Oorlog. Dat zou de strijdlust en het chauvinisme verklaren én legitimeren.

Maar ik denk dat die oorlog een metafoor is voor mannelijkheid. Voetbal is (een bewijs van) Mannelijkheid. Mannelijk in de meest enge en vaak platvloerse zin van het woord. Door te voetballen laat je zien dat je een man bent, dus geen vrouw. In de – helaas wat vlekkerig gescande - krantenfoto boven dit artikel is Daphne Koster te zien, de aanvoerster van het Nederlands Elftal in 2009. Haar voetbalkloffie geeft anatomische accenten die de mannelijkheidsmetafoor ondersteunen.

Als je voetbalt ben je zeker geen homo. Hoewel er na doelpunten heftig wordt geknuffeld en gezoend, is voetbal de meest homofobe sport die bestaat. Balbezit en balbeheersing zijn het kenmerk van echte voetballers. Dat Nederland ternauwernood van Australië won, was te wijten aan ‘de onhandigheid in balbezit van de stramme Nederlandse verdedigers’ (Trouw, 19 juni 2014).

Na de overwinning op Spanje kopte Trouw (waarschijnlijk nog een gematigde kop, maar aan meer uitgesproken media waag ik mij niet) ‘Nederlands elftal vernedert wereldkampioen Spanje’. In geen enkele andere sport win je door je tegenstander te vernederen, maar in voetbal ontman je de verliezer. Op de sportpagina kreeg de lezer de volle laag met het volgende proza:
‘Zowel het Nederlandse middenveld als de verdediging was opengereten. Xavi vond Costa, die na een knappe beweging door het been van de uit balans geraakte De Vrij, plots in het gat even zijn tegenspeler, ten val kwam. De strafschop, die werd benut door Xabi Alonso (0-1), was een gevolg van een periode van Spaanse overheersing, maar geheel volgens de door Van Gaal uitgedachte strategie van terugtrekken en loeren bleek Oranje zich te kunnen oprichten.’

Dit stilistische braaksel (excuseer lezer, ik heb er geen ander woord voor) roept beelden op van woeste overweldiging, listige onderwerping en uiteindelijke oprichting. De metafoor van voetbalmannelijkheid is er een van angst voor het verlies ervan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten