zaterdag 21 september 2013

VERLEGEN

Op een verjaardagsfeestje in familiekring waar ik vorige week was, kwam een tweejarig jongetje op bezoek. Hij was vreemd, dat wil zeggen geen bloedverwant die regelmatig door de verzamelde familie was beknuffeld en met facebook updates gevolgd, en verreweg de jongste. Zelf was hij inmiddels twee keer zo oud als bij zijn vorige verschijning op het verjaardagsfeestje in 2012.

Hij en zijn moeder werden door het gezelschap begroet als bekenden, maar voor hem was deze situatie volkomen nieuw. Met een ontwapenende combinatie van verlegenheid en onbevangenheid beantwoordde hij alle vriendelijke familiaire begroetingen, om zich vervolgens met groot enthousiasme te storten op het voor de gelegenheid van zolder gehaalde speelgoed.

Verlegenheid is het voorrecht van kinderen. Er zijn ook volwassenen die zich verlegen noemen, maar daar zit volgens mij vaak de wens van ontwapening achter. Het zou beter zijn om dit schuwheid te noemen. Dieren zijn schuw als ze weten dat ze van de mens kwaad te duchten hebben. De damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen zullen, nu de jacht op hen is geopend, uit lijfsbehoud heel snel ‘verlegen’ moeten worden.

Schuw zou ook een betere vertaling zijn van het woord shy, een eigenschap die je in de huidige talk- en realityshowcultuur maar beter niet kunt hebben. Ik herinner me nog hoe in het rijtje zeven dwergen van Disney er een was met een moeilijke naam (een naam die niet als een kleuternaam klonk). Dat was Bashful, de verlegene. Uitgerekend hij was de meest kleuterachtige van het stel, maar ook al brak het zweet hem aan alle kanten uit, hij deed wel mee met de gang. (Waarom heette hij eigenlijk geen Blushy?)

Op Wikipedia wordt assertiviteit genoemd als het tegenovergestelde van verlegenheid. Assertiviteit, ja! Dat begrip bevrijdde ons in de tweede helft van de vorige eeuw van onze angst en schaamte. Het zou me niets verwonderen als tegelijkertijd het begrip verlegen als ongewenst sociaal gedrag voor volwassenen is opgekomen. Toch is assertiviteit mij iets te vechtjasserig. De mens is me dan te veel de mens een wolf. Ik zou liever onbevangenheid tegenover verlegenheid willen stellen. De tweejarige kleuter op het verjaardagsfeestje liet daarvan een prachtig staaltje zien, naast zijn rechtmatige verlegenheid.

woensdag 11 september 2013

S.P.E.L.L.E.T.J.E

Het snelspelspelletje Lingo beleefde dezer dagen hoogtepunt op hoogtepunt. Eerst was daar op vrijdag 6 september de vijfduizendste aflevering. Twee gehaaide snelspellers gingen er onder een dichte regen van gouden confetti met 35.000 euro vandoor. Deze goed-opgeleide dertigers waren opgegroeid met Lingo en hadden een hoge graad van perfectie bereikt in het razendsnel herkennen en produceren van vijf-, zes- of meer-letterige woorden tot zelfs het tien-letterige woord l.i.n.g.o.w.o.o.r.d.

Het immer goedgemutste, maar onzichtbare, jurylid JP keurde dit woord goed, “hoewel het niet in de Van Dale voorkomt”. Ik zou willen pleiten ‘lingowoord’ wel op te nemen in de Van Dale; het is een woord dat, volstrekt ontdaan van zijn betekenis, zijn gevoelswaarde of etymologie, puur op het aantal letters wordt beoordeeld. Het woord als ding.

Aflevering 5001 van 9 september had een heel ander karakter. Presentatrice Lucille Werner, nooit verlegen om peptalk, luidde die show in met “Hier open je de deur naar een grote woordenschat.” Deze aflevering stond in het teken van de Week van de Alfabetisering. JP sprak van een ‘alfabetiseringsaflevering’ (25 letters). De twee tweekoppige teams, die met veel gejuich en ge-high-five de trap langs het publiek naar de spelvloer afstrompelden, bestonden uit een Tweede-Kamerlid plus een laat-geletterde.

Het ene team werd gevormd door PvdA-kamerlid Lutz Jacobi en Turkse (?) Nederlander Taner Bolat. Deze goedlachse man wilde desgevraagd “die mensen die hier jaren wonen” aanmoedigen de taal te leren. Het andere team bestond uit CDA-kamerlid Michel Rog en Trudi (de achternaam ging verloren in het opgetogen gejuich), een vrouw van middelbare leeftijd die blijkens het interviewtje met Lucille pas laat had leren schrijven. Zij speelde het spel voor de stichting Lezen en Schrijven. Trudi hield een simpel, maar doeltreffend pleidooi dat ongeletterde mensen hun schroom moeten overwinnen en ook op latere leeftijd leren schrijven. Ze konden een voorbeeld nemen aan haar en Taner.

Deze twee kandidaten waren voor mij ontroerend want authentiek. Voor hen is spellen nog precair, lijkt me. Zo kwam Taner met het woord t.r.o.s.t.e.n.  Lucille wendde zich olijk tot JP (“Is onze eigen omroep tegenwoordig een werkwoord?”) en die keurde het woord goed als verleden tijd van ‘trossen’, een in onbruik geraakt woord voor het beladen van paarden met hooi en stro. Ziedaar de verrijking van de woordenschat. Taner revancheerde zich overigens met prachtige woorden als ‘tramlijn’ en ‘nijlpaard’.

Trudi ging als winnaar uiteindelijk naar huis met vijfduizend euro voor Lezen en Schrijven.  Een zevende dus van wat de flitsende snelspellers in de aflevering daarvoor hadden gewonnen en wat besteed zou worden aan “reizen en zo”. Dat is spelletjesland, ik weet het, maar het had de Tros misschien gesierd als ze de jubileum-prijzenpot in de week van de alfabetisering beschikbaar had gesteld.