zaterdag 31 mei 2014

VOLK

De afgelopen dagen kwam het woord ‘volk’ veel voorbij in het nieuws. Bij de Europese verkiezingen heeft overal ‘het volk’ gesproken, als je tenminste de menners ervan moet geloven. In Frankrijk sprak het Franse volk, in Engeland het Engelse en in Finland het Finse, de Ware Finnen.

De betekenis die daaraan wordt gehecht is die van oprechtheid, onomstotelijkheid en onbetwistbaarheid. Het volk is puur. Het neemt geen blad voor de mond en heeft altijd gelijk. En blondeert zijn haar zou je zeggen als je de woordvoerders ziet van de partijen die zwaar leunen op de stem des volks.

Het volk zingt uit volle borst, niet altijd zuiver, maar wel recht uit het hart. En uiteraard zit dat hart op de goede plaats. Voor de zekerheid leg je - in steeds meer culturen – je hand erop als je het volkslied zingt.

Het volk loopt te hoop tegen eenlingen als pedo’s, moordenaars van volkshelden en kunstenaars die iets maken waarvan je niet kunt zien wat het voorstelt. Sommige eenlingen mogen juist weer rekenen op de aanhankelijkheid van het volk. De bewoners van Maastricht bereidden hun scheidend burgemeester in 2010 een volksadieu en de eega van onze koning – zeker sinds ze in het bruidswit een traantje plengde onder de klanken van de tango – is door het volk in het hart gesloten.

Andere volken worden door het volk met argwaan bekeken. Pikken die onze banen en vrouwen niet in? De woordvoerders van het volk houden het graag simpel: genoeg is genoeg en vol is vol. Het volk wordt teruggedrongen achter de veilige grenzen van de eigen volksaard. De Finse, de Franse, de Maastrichtse.

Dat het ook anders kan bewees het volk dat in 1989 in opstand kwam tegen het regime in Oost-Duitsland. Ze voerden de slogan Wir sind das Volk en demonstreerden onder andere voor het opengooien van de grenzen en het opheffen van de beperkingen van burgerlijke vrijheden.

Op een muur in Leipzig, de stad waar de volksopstand begon, stond tot voor enkele jaren een levensgrote muurschildering. Aan de ene kant het volk in zwart-wit met slechts één persoon in kleur: Honecker in een (blond)geel vestje op het balkon, beneden hem de monochrome massa. Dan een abrupte overgang naar de andere kant, naar een bonte verzameling mensen, vogels, luchtballonnen. Ze dragen vrolijk gekleurde spandoeken met zich mee met leuzen als Die Mauer muss weg,  Freie Wahlen en - één van de mooiste: Visafrei bis Hawaii. Het volk zwermt uit.

woensdag 21 mei 2014

WATERWACHTERS

Vlak voordat de trein vanuit Amsterdam Utrecht binnenrijdt, kruist hij het Amsterdam-Rijnkanaal. Passagiers zijn vaak al bezig met hun overstap (“Denkt u bij het verlaten van de trein aan uw persoonlijke eigendommen.”), maar wie aan de rechterzijde uit het raam kijkt wordt getrakteerd op een van de boeiendste moderne kunstwerken die ik ken: de Waterwerken van Ruud Kuijer.

Hier, waar water- en spoorweg elkaar kruisen, staan langs de kade zeven enorme betonnen sculpturen. Elke sculptuur bestaat uit abstracte gestapelde vormen die open structuren vormen, de ene sculptuur wat meer horizontaal georiënteerd, de andere wat meer in de hoogte. Samen vormen ze een schitterende reeks van zeven wachters langs het kanaal.

In elke weersgesteldheid stáán ze daar. De ochtendzon belicht ze vanaf de stadskant en elk onderdeel weerkaatst het licht op een andere manier. Bij mist of druilerig weer leiden ze het oog als geheimzinnige witte bakens vanaf de spoorbrug langs het water. ’s Avonds worden de Waterwerken van onderaf belicht, waardoor een grillig patroon van de slagschaduwen en helwitte vlakken ontstaat.

Grote containerboten en vrachtschepen varen voor de werken langs. Het gelijkmatige opstomen van de boten heeft iets onverstoorbaars dat goed past bij de monumentale beelden. Twaalf jaar heeft Ruud Kuijer over deze reeks gedaan, steeds dichter naar de spoorbrug toewerkend. Hij heeft gezocht naar samenhang van de beelden met hun omgeving en daar is hij naar mijn mening zeer goed in geslaagd. Opvallend is dat op internet bijna geen beeld te vinden is van de Waterwerken zoals die vanaf de spoorbrug zijn te zien.

En juist vanuit de binnenrijdende trein gezien hebben de werken een speciaal effect. Voordat de trein de brug bereikt, passeert hij eerst een standaard bedrijventerrein. Zonder erg is het weiland overgegaan in een gebied met grote, dichte, vierkante loodsen. Als de trein hoger op het talud klimt, in de aanloop naar de brug, verandert het terrein in een mistroostig mijnlandschap met grote, grauwe bergen aarde en gruis. Over een aantal van die kunstmatige heuvels slingert een cross-parcours.


Dichter bij de brug komt er iets meer ordening in het landschap; de bergen bestaan uit grotere brokken puin en daartussen staan loodsen in een onverzettelijk kobaltblauw. Ook barakken, silo’s, vrachtauto’s en opleggers in gestroomlijnde vormen duiken kobaltblauw op tussen de grillige bergen. Dan, als beneden strak in het gelid geparkeerde personenauto’s verschijnen, dondert de trein de brug op en daar strekt zich het water uit met de zeven Waterwerken in een prachtig ritme langs de kade.

De woeste steenhopen veranderen in strak vormgegeven kunstwerken. Hier begint de stad.

zondag 11 mei 2014

MOEDERZIEL

Het woord ‘moeder’ roept een wereld van altruïsme op: opofferingsgezindheid, dienstbaarheid, bescherming, koestering (van de afhankelijke), voeding, troost. En in de religie ook nog: middelares (bij de állerhoogste macht), toevlucht, praatpaal. Kortom: een functie waar je zeer hoog voor gekwalificeerd moet zijn.

Andere opvoeders die een kind omringen, moeten het doen zonder de bijzondere eer die moeder te beurt valt. En ook andere functies in het gezin (dochter, kleinkind) hebben niet zo’n stralend aureool als moeder. Dat is wellicht de beloning voor de zware baan van moeder. Corry Brokkens ‘La Mamma’  is de - prachtig vertolkte - ultieme bekroning van de moederfunctie.

Wereldwijd geldt de verwensing ‘Je moeder is een hoer’ als buitengewoon grievend. Moeder vloekt met wellust. Maar als bovengenoemde Mamma haar kinderen niet in wellust heeft geconcipieerd, dan zit er toch op zijn minst een strakke planning, zoniet een calculerend brein achter die rijke kinderschaar. Ook erg is ‘stiefmoeder’; er zit iets gemeens in dat ‘stief’. Iemand doet zich voor als moeder, maar heeft stiekem een eigen agenda.

Moeder is geen individu, ze is een gevoel. ‘Wat doen we met moeder met de Kerstdagen?’ Moeder is thuis, het moederland, het moederschip, the motherboard, de moeder aller veldslagen. Moeder herbergt, moeder geeft liefde, soep en een schone was. Hoe meer, hoe moeder.

Moeder is een autoriteit met een sensibiliteit die grenst aan helderziendheid. Moeder is een krachtige politieke impuls. Een pro-Russiche activiste kijfde tegen een Oekraïense activist: ‘In het westen mogen twee mannen met elkaar trouwen, daar groeien kinderen op zonder móeder!’ Dus geen liefde, soep of schone was voor die kinderen. Maar wel zo’n vrouw als moeder.

Moeder staat aan het begin, ze buigt zich statistisch gezien het vaakst over de wieg. Dan spelen allerlei biologische mechanismen het sterkst, aan beide zijden van de moederborst. Ik zou ervoor willen pleiten die biologie zijn respectabele plaats te laten behouden, maar het verkeer tussen onafhankelijke – of steeds onafhankelijker wordende – gezinsleden te baseren op zielsverwantschappen.

Afbeelding: Maria met kind, Jean Fouquet, 1456

donderdag 1 mei 2014

LIPPI

Er is geen kunstwerk dat voor mij het gevoel van de renaissance zo zuiver weergeeft als het schilderij ‘Madonna met het Kind en engelen’ van Filippo Lippi. Toen ik voor het eerst oog in oog stond met dit schilderij, tijdens een stralende voorjaarsvakantie in Florence, maakte het diepe indruk op me. 

Lippi schilderde het in 1465. Hij was in zijn tijd beroemd om de grazia van zijn schilderijen. En inderdaad is dit schilderij zeer elegant, maar vooral heel bróós. Er spreekt iets uit van een voorzichtig begin, een nieuw tijdperk dat zorgvuldig en met een zekere melancholie kan worden betreden. In mijn ogen was de renaissance ook een nieuw tijdperk voor de mensheid.

De beeldschone Madonna is waarschijnlijk gemodelleerd naar de geliefde van de schilder, de kloosterlinge Lucrezia Buti. Filippo Lippi was zelf een dominikaner monnik en was op voorspraak van zijn mecenas Cosimo de Medici ontslagen van zijn kloostergelofte om te kunnen trouwen met zijn geliefde. Hij had al twee kinderen bij haar, want hij leefde in zonde nadat hij haar uit het klooster had ontvoerd. Mogelijk is het engeltje dat de toeschouwer zo guitig aankijkt hun zoon, Filippino Lippi. Ook hij zal zich ontwikkelen tot een succesvol schilder.

Wat dit schilderij zo sprekend maakt is het licht-donker contrast. Het hoofd van de Madonna bevindt zich net onder de horizon en tegen het donkere landschap stralen haar gelaat en haar hals een teer (ochtend-)licht uit. Boven haar hoofd zweeft een aureool, ragfijn zodat het ons niet het uitzicht beneemt op het hemelsblauwe meer achter haar en de betoverende voorjaarslucht.

De Madonna kijkt niet naar het Kind, dat - ongebruikelijk voor die tijd - niet op haar schoot zit. Ze staat als het ware buiten de drukte van kinderen en engelen. Haar blik is introvert, ernstig, maar niet zwaar. Ze zit voor een deuropening - op een drempel - met achter zich het weidse landschap, verlopend van donker naar licht. De doorzichtige voile die zachtjes om haar hoofd golft, geeft beweging aan het beeld; er waait een licht briesje.

Lippi was een leerling en bewonderaar van Masaccio, de ‘ontdekker’ van het perspectief (zie mijn blog ‘Gekke Henkie’). Maar typisch voor Lippi is de elegantie, de lichtheid van zijn figuren en zijn precieze lijnvoering. Behoedzaam, bijna aarzelend plaatst hij de figuren in hun omgeving. Zijn leerling Sandro Botticelli heeft die elegante stijl verder uitgewerkt tot een schitterende, maar in mijn ogen cerebrale vormentaal die design-achtig aandoet. Botticelli’s ‘Geboorte van Venus’ is nog steeds wereldberoemd en werd vele malen gekopieerd en geparafraseerd door kunstenaars en commerciële vormgevers.

Bij Lippi klinkt door alle stijlmiddelen heen de weemoed van een nieuw begin: wat staat er te gebeuren? Deze Lippina duikt niet halsoverkop in een nieuw avontuur, maar ze bezint zich op … ja op wat? Op het moment dat ze de drempel zal overschrijden en die stralende toekomst zal betreden.

P.S. Als onderdeel van de sollicitatieprocedure voor de functie van rondleider bij het Mauritshuis heb ik een online presentatie op mijn Youtube-kanaal gezet. Hij gaat over de taal van de handen bij Rembrandt.