woensdag 11 maart 2015

OP DE STEPPE

Er zijn twee hypotheses die de verspreiding van de Proto-Indo-Europese taal, waartoe ook het Nederlands behoort, verklaren. De Anatolië-hypothese stelt dat 9500 tot 8000 jaar geleden de taal zich met de landbouw vanuit deze Turkse regio over Europa verspreidde. Precies wat de huidige president Erdogan al dacht overigens.

De andere hypothese luistert naar de mooie naam de Steppe-hypothese. De oertaal zou zich volgens deze hypothese zo’n 6000 jaar geleden hebben verspreid met migratie van de volkeren die op de Oekraïense en Russische steppen leefden. Precies wat Poetin al dacht, waarschijnlijk.

Volgens de steppe-hypothese zouden de bewoners van de steppen hun migratie grootscheeps hebben kunnen uitvoeren dankzij hun vermogen paarden te temmen en dankzij de uitvinding van het wiel. Met paard en wagen konden deze steppeboeren Duitsland, Spanje en Hongarije intrekken en zich daar vestigen.

De broedertwist tussen de twee hypothesen is onlangs weer opgelaaid door nieuw onderzoek naar het DNA van vroege Europeanen. Wetenschappers publiceerden in het vakblad Nature het bewijs dat zo’n 4500 jaar er een massale migratiegolf is geweest van de steppen ten noorden van de Zwarte en Kaspische Zee naar Europa.  Op wielen, zo neemt men aan.

Opmerkelijk wat een wiel al niet kan voortbrengen. Het wiel is ongeveer 5500 jaar geleden uitgevonden. Er is een woord voor wiel in het Proto-Indo-Europees; het klinkt als ‘roteh’. Het lijkt de aanhangers van de steppe-hypothese dan ook onwaarschijnlijk dat de taal duizenden jaren ouder is.

Op de steppe is het begonnen. Op de steppe, op de step, ‘k ben zo blij dat ik’m heb. De steppe-hypothese leidt naar Purmerend:

“met een tikkeltje geluk
maak ik die step vast aan me truck
en sleep je ’t hele end
naar Purmerend, naar Purmerend.
La-la-laa, la-la-laa, la-la-la-la-la”


Afbeelding: Wim Sonneveld in  Ja Zuster, Nee Zuster van Annie M.G. Schmidt, 1968

Geen opmerkingen:

Een reactie posten