In de dagen voor Pasen gonsde het woord ‘pesjen’ door de
media. Wat een vreselijke klank vind ik dat toch! De ‘pè’ van pesten en de
‘sjun’ van wat? Schouderophalen of zoiets. Het fenomeen dat BN’ers met bestaande
popliedjes het lijdensverhaal van Jezus naspelen (met welk doel trouwens?),
terwijl een groep vrijwilligers een groot verlicht kruis door de straten
draagt, tsja.
In Trouw van 17 april stond een ingezonden brief van een
vrouw die vorig jaar aan die processie had deelgenomen. Ze had zich gestoord
aan het gebabbel en de camerageilheid van de kruisdragers, terwijl zij zich
wilde ‘bezinnen op het lijden van Christus en het lijden van deze tijd: daar
waar gepest wordt op schoolpleinen, geruzied achter voordeuren en in het ergste
geval gemoord’. Zij pleitte voor een stille tocht, maar ik vrees dat dat
indruist tegen de passie van de deelnemers aan deze publieke liturgische
viering.
Passie is het woord dat misschien wel het meest heeft te
lijden gehad onder de taalinflatie die voortkomt uit het idee-fixe van
zelfrealisatie. Vooral in het Angelsaksische consumenten-denken voert dit idee de
boventoon. Als je je passie maar volgt, komt het goed. Een razend populair
modern geloof.
In vroeger tijden werd het lijdensverhaal van Jezus
aangeduid met het Duitse woord Passion (“pasjóon”). Dat klinkt naar klassiek
geschoolde zangers. Daar moet je wel van houden en die Passions-traditie kan
ook weer elitair en verstikkend zijn. Overigens gebruiken Duitsers voor het begrip
passie in de zin van automatisch-goedkomende-zelfrealisatie het woord
Leidenschaft.
Persoonlijk vind ik dat passiemuziek, net als veel klassieke muziek overigens, altijd gaat over
leven én dood. Bij Bach heel vaak in de troostende driekwartsmaat. Popmuziek is
volgens mij toch meestal een ‘viering van het leven’ in een dampende procreative
vierkwartsmaat. Met een pathetische Carré-galm zingen over liefde en dood maakt
een liedje nog niet diepzinniger.
Iedere tijd z’n eigen pesjen, zou je kunnen zeggen. Ik was
als puber erg onder de indruk van de hippe Judas en de swingende discipelen in
Jesus Christ Superstar. Maar ja, die rockopera had nog iets rebels. De Pesjun leunt
zwaar op deze illustere voorganger, maar is vooral gestileerd als
massa-evenement voor het hele gezin. Een formule die in bijvoorbeeld het
Dolfinarium niet zou misstaan.
Afijn, met Pasen is het allemaal volbracht.
Afijn, met Pasen is het allemaal volbracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten