zondag 11 augustus 2013

TAALBAAS

Nu pas komt me het verslag onder ogen van het symposium ‘Wie is de baas over de taal’ dat bijna twee maanden geleden werd georganiseerd door het Leiden University Centre for Linguistics. Een aantal prominente taalwetenschappers, taaladviseurs en schrijvers liet hun licht schijnen over wie (of wat) de baas is over (of van) de taal.

Twee observaties sprongen er voor mij uit. Vooral de bijdrage van Jan Renkema, schrijver van de Schrijfwijzer, sprak me erg aan. Renkema stelt dat de vraag eigenlijk moet zijn ‘Wat stuurt mijn taalgebruik?’ Om daar meteen het antwoord op te geven: ‘Mijn gewenste imago.’ Daar heb ik verder niets aan toe te voegen.

Een tweede spreker die behartigenswaardige dingen zei, was dichter Ilja Leonard Pfeijffer. “Taal is een levend wezen dat traag, maar onontkoombaar verandert door het gebruik ervan. (…) Je praat zoals de groep waar je bij wilt horen: het ‘sociolect’.” stelt hij. Grammatica is volgens hem een speeltje van de elite. De ophef rond het Koningslied ziet hij dan ook als een strijd tussen de hoge en lage cultuur. Nederlanders kunnen de normgeving in taal maar beter overlaten aan dichters, want “Nederlanders praten zoals ze dansen: zonder besef van elegantie.” De dichter daarentegen kent de taal “zoals de tuinier alle gewassen kent. Hij kent de smaken van de woorden en de kleuren van de klanken.” Mooi!

De laatste spreker, Jeroen Wiedenhof, universitair docent sinologie, verwees naar de dialoog tussen Alice en Humpty Dumpty uit Through the Looking Glass van de onvolprezen taalgoochelaar Lewis Carroll. Humpty Dumpty – het Ei op de muur – legt Alice de ijzeren regels van zijn hermetische taaluniversum uit: “When Í use a word,” Humpty Dumpty said, in rather a scornful tone, “it means just what I choose it to mean - neither more nor less.” “The question is,” said Alice, “whether you can make words mean so many different things.” “The question is,” said Humpty Dumpty, “which is to be master - that’s all.”

Hij vervolgt met: “They have a temper, some of them – particularly verbs, they're the proudest - adjectives you can do anything with, but not verbs – however, Í can manage the whole lot of them! Impenetrability! That's what Í say!” Minzaam brengt hij Alice op de hoogte hoe hij de boel managet. Nadat hij haar heeft uitgelegd dat zijn uitroep impenetrability betekent dat ze nu toch wel genoeg over dit onderwerp hebben gepraat en dat zij maar beter kan zeggen wat ze nu wil gaan doen aangezien hij veronderstelt dat ze niet de rest van haar leven hier wil blijven stilstaan, zegt hij: “When I make a word do a lot of work like that, I always pay it extra. Dát is een echte taalbaas.


2 opmerkingen: